Bij het in ontvangst nemen van het tandtechnisch werk, het medisch hulpmiddel op maat dat door het tandtechnisch bedrijf gefabrikeerd is, neemt de tandarts de bijhorende aansprakelijkheid op zich.

Als een patiënt schade lijdt door een gebrek aan tandtechnisch werk kan hij de tandarts in gebreke stellen.

Vooraleer het medisch hulpmiddel te plaatsen moet de tandarts dus een kwaliteitscontrole uitvoeren. Bij vaststellen van een gebrek mag hij het medisch hulpmiddel niet plaatsen. De oorzaak van het gebrek moet opgezocht worden. De fout ligt bij de tandarts of bij het dentaaltechnisch bedrijf, of er kan een gedeelde verantwoordelijkheid zijn. Naargelang het geval kan de tandarts het dentaaltechnisch bedrijf in gebreke stellen.

In bepaalde gevallen is het echter onmogelijk dat de tandarts een volledige kwaliteitscontrole van het tandtechnisch werk uitvoert, in dergelijke gevallen kunnen de gevolgen van een “verborgen gebrek” pas later tevoorschijn komen.

Een voorbeeld ter verduidelijking:

Bij bepaalde implantaatwerken moet de dentaaltechnieker de door de implantaatfirma afgeleverde connectoren lijmen aan de suprastructuur. Bij te conische of te korte connectoren loopt men het risico dat de implantaatbrug zal loskomen van de connectoren, ondanks het correct plaatsen in een goede occlusie.

Het is duidelijk dat bij dergelijke verborgen gebreken de aansprakelijkheid bij het dentaaltechnisch bedrijf ligt.